Voor wijkzorgorganisaties
GWZ gaat uit van een eenvoudig en werkbaar organisatiemodel, dat bestaat uit een kern van drie belangrijke zorgpartners in de thuissituatie. Bij cliënten in de wijkzorg zijn de drie generalistische disciplines binnen de GWZ-samenwerking de wijkverpleging, fysio- of oefentherapie en ergotherapie. De GWZ-samenwerking richt zich hierbij vooral op
- cliënten met chronische aandoeningen, waarbij het belangrijk is om de belastbaarheid van deze cliënten optimaal te houden;
- cliënten met een afnemende zelfredzaamheid, waardoor valgevaar kan ontstaan, maar ook steeds meer hulp van buitenaf nodig is;
- cliënten in de palliatieve- of terminale fase van hun leven, waarbij vooral symptoombestrijding van bijvoorbeeld pijn of benauwdheid inzet van de samenwerking is;
Ook bij vragen vanuit de wijkzorg met betrekking tot de werkomstandigheden (veilig kunnen werken, volgens geldende Arbo-regels) wordt de GWZ-samenwerking ingezet.
Wijkverpleegkundigen geven aan dat zij zich door de GWZ-samenwerking ondersteund weten, onder andere omdat zij de haalbaarheid van de door de cliënt gewenste zorg kunnen toetsen bij de samenwerkingspartners en hier samen met hen aan kunnen werken. Ook zijn werkverpleegkundigen vaak verbaasd over de vooruitgang die cliënten boeken door de interventie van de therapeuten op het gebied van zelfredzaamheid, waardoor cliënten bijvoorbeeld weer naar buiten komen of zelfstandig weer iets kunnen ondernemen.
Wij ondersteunen de implementatie van deze bottom-up werkwijze door middel van trainingen op het gebied van vroegsignalering en het opzetten van multidisciplinaire GWZ-samenwerking. Ook begeleiden wij alle meewerkende partijen bij het opzetten van deze samenwerking, tot en met de implementatie van de samenwerking in de dagelijkse zorg in de wijk.